Op 27 juni 2009 om 16:00 uur opent de klankinstallatie Android (2009), die Roel van Timmeren/ ILAP speciaal voor de Kinkerbrug in Amsterdam ontworpen heeft. In deze installatie klinkt onder meer de elektro-akoestische muziekcompositie bridge of babel (2009) door Rozalie Hirs. Daarnaast klinken er composities door Gerda Geertens, Huba de Graaff en Mayke Nas. De installatie is gedurende de drie komende maanden te beluisteren.

Datum: 2009-06-27
Tijd: 16:00
Locatie: Kinkerbrug, Amsterdam (op de hoek van de Kinkerstraat met de Tweede Kostverlorenkade)
Roel van Timmeren/ ILAP

Recensie door Sandra Smets, NRC Handelsblad, 24 juli 2009
Brugwachtmuziek

De Kinkerbrug is een druk verkeersknooppunt op de grens van Amsterdam Oud-West en stadsdeel De Baarsjes. Vijf wegen en een kanaal kruisen elkaar. Trams denderen over de brug, scooters brommen langs, soms hoor je een sirene en automobilisten draaien de raampjes omlaag en het volume van de radio omhoog.

Kunstenaar Roel van Timmeren nam het initiatief om deze ophaalbrug te gebruiken voor een geluidskunstwerk. Twintig keer per dag staat het verkeer hier voor een open Kinkerbrug. Hij installeerde grote boxen in de onderkant ervan en vroeg collega’s daar composities voor te schrijven, zodat het verkeer getrakteerd wordt op gratis concerten. Dat verzacht de irritatie van het moeten wachten.

Deze relatie tussen stad en muziek heeft al een traditie. Een kleine eeuw geleden bedachten futuristische kunstenaars composities waarin geluiden van auto’s en vliegtuigen elkaar ontmoetten, een voorloper van de huidige noisemuziek. Meer componisten gingen met stadsgeluiden muziek maken – ook nu nog. Zo komt de stad de concertzaal of huiskamer binnen. Andersom bestaat geluidskunst ook buiten. In de stad is het doorgaans te horen op rustiger plekken, zoals tunnels, of juist via radiofrequenties, telefoons en i-pods. Het kunstwerk in de Kinkerbrug daarentegen staat middenin die drukke openbaarheid.

“Ga maar naar de overkant,” zegt de verkoopster van het bloemenstalletje naast de brug, “Hier hoor je het helemaal niet.” Aan de overkant is het even wachten, dan begint een harde bel te rinkelen – de brugwachter laat de hefbomen zakken. Het verkeer stopt. Scooters en auto’s houden de motor draaiende, voetgangers staan te praten. De brug piept open en het blijft er stil. Of nee, een vrouwenstem weerklinkt. Praat ze? Maar wat zegt ze? Na een paar seconden sluit de brug weer, het plezierjacht is voorbij getuft.

Heeft de bloemenverkoopster gelijk dat het werk het vaak niet doet? “Nee hoor,” zegt de brugwachter, “maar het geluid moest zachter van de omwonenden.” En inderdaad, als de brug een half uur later weer opent, gaat het gekraak van de brug over in een diepe bromtoon. Onder die bas komen andere geluiden tevoorschijn zo lijkt het, en inderdaad heeft het alle waarschijnlijkheid dat dit prachtige geluidskunst is – dramatisch, stedelijk, krachtig. Het soort muziek dat sereen is maar zo donker dat het niet de flauwiteit heeft van normale ‘wachtmuziek’.

Toch reageren de wachtenden niet. Eén fietser zie je even opkijken met een blik van ‘hoorde ik daar iets?’ waarna hij weer voor zich uit kijkt – ‘nee, toch niet’. Een halve minuut later gaat de brug omlaag en ronkt het verkeer voort. Van deze kunst zullen de omwonenden geen last hebben.

Sandra Smets (NRC Handelsblad, 24 juli 2009)

Geef een reactie