Op donderdag 28 maart 2024 verschijnt een interview ‘De lezer is ook een maker’ door Cora de Vos met dichter Rozalie Hirs op Meander Magazine. Zie onder voor een paar quotes. Lees het hele interview op Meander.
Over ecologica (Uitgverij Vleugels, 2023):
“ecologica, en misschien wel al mijn werk, gaat over het onzichtbare, kwetsbare, vergetene. […] De bundel is tijdens de pandemie ontstaan uit zorgen om de wereld en de natuur, maar ook uit liefde voor de taal èn eenvoudigweg uit pure scheppingsdrang. De poëzie van ecologica viert de natuur in al haar diversiteit. Maar benoemt ook zorgen en verdriet om crises in de natuur door toedoen van de mens. In ecologica komen verschillende (in Nederland of de wereld) bedreigde of beschermde diersoorten, plantensoorten en ecosystemen voor. Ik verbaas en verwonder me over deze soorten en de ingenieuze ecologische systemen die verschillende dieren en planten met elkaar vormen. Tegelijk ervaar ik de taal ook als een ecologisch systeem en dank ecologica voor de vreugde tijdens het ontstaan en ontdekken van zijn eigen taal. Tijdens de transformatie van zorgen, pijn en verdriet in iets anders, iets van schoonheid en aandacht.”
Over dagtekening van liefdesvormen (Uitgeverij Querido, 2024):
“Het achterliggende idee is dat we ervaringen en herinneringen hebben, die samen binnen een groot netwerk onze persoonlijkheid en kijk op de wereld steeds opnieuw vormgeven. Deze herinneringen lopen in elkaar over en worden steeds opnieuw gerangschikt. Er is iets democratisch aan de bundel: alle herinneringen tellen mee in onze wording tot mens.”
“Het jaar 2024 is het jaar van publicatie van de bundel met negenenvijftig gedichten die liefdesmomenten beschrijven of oproepen, één voor elk van mijn levensjaren tot nu toe. Deze relatief eenvoudige gedichten passen allen op een pagina. […] Bij alle gedichten uit de bundel is er wel een foto te vinden horend bij de betreffende plaats en het betreffende jaar, maar de dichtbundel is geen plaatjesboek in klassieke zin. Hier zijn de gedichten zelf de plaatjes, de dagtekeningen, liefdesvormen.”
Over betekenisritme, spraakmelodie:
“Doordat ik als componist én dichter (in alfabetische volgorde) werkzaam ben, krijg ik regelmatig vragen naar de relatie én de verschillen tussen muziek en poëzie. Het grootste verschil tussen poëzie en muziek is wel dat we binnen de poëzie met een bestaande taal werken: woorden verwijzen naar betekenis en je hebt te maken met een grammatica, die de woorden in een verband plaatst. Voor mij als dichter is de betekenis van woorden altijd leidend. ‘betekenisritme’ vat ik op als het ritme tussen betekenissen, een afwisseling van spanning, ontspanning en stilte in de betekenisstroom binnen een gedicht. Daarnaast heb ik een voordrachtstijl ontwikkeld die de intrinsieke ‘spraakmelodie’ van de taal benadrukt, maar tegelijkertijd ook eigen is aan mijn stem. Deze spraakmelodie heeft invloed op het gedicht, is formatief tijdens zijn ontstaan. Op zoek naar een optimale vorm en inhoud ontstaat het gedicht met een, naar mijn gevoel, optimale combinatie van spraakmelodie, betekenisritme, assonantie, toon, sfeer, et cetera. De gedichten op papier zijn hierbij vergelijkbaar met een partituur, die je tijdens het lezen interpreteert. Je maakt keuzes tussen een veelheid aan leesmogelijkheden. Je bent uitvoerder van het gedicht in de tijd, zoals een muzikant dit is bij muziek. Je bent als lezer dan ook een beetje een maker.”
Lees het volledige interview op Meander.
Voor meer uitleg over betekenisritme en spraakmelodie zie het essay ‘Betekenisritme en spraakmelodie – hoe de muziek in mijn poëzie verschijnt’, Dossier Poëzie en Muziek, Poëziekrant 2023-6 (pp. 62-66), december 2023.