->English

inhoud

1. samenvatting

2. tracks, luisterlinks

3. toelichting

4. biografieën

5. verdere details

samenvatting

Op 7 november 2025 verschijnt het portretalbum Rosehart (2025) van Rozalie Hirs. Het bevat live opnames van haar orkestwerken. Beluister het volledige album op Spotify of Apple Music (luisterlink volgt binnenkort).

tracks, luisterlinks

1 roseherte (2007-08) 15’45”
Micha Hamel (dirigent), Radio Filharmonisch Orkest

2 arbre généalogique (poetry, music; 2011) 17’31”
Susan Narucki (sopraan), Pierre-André Valade (dirigent), ASKO|Schönberg|Het Muziek

3 avatar (2022) 8’17”
Duncan Ward (dirigent), Philharmonie Zuidnederland|Philzuid

4 bron (2023) 14’25”
Elena Schwarz (dirigent), Radio Filharmonisch Orkest

Beluister het volledige album op Spotify of Apple Music.

toelichting

Rosehart: orkestwerken

Het nieuwe album Rosehart (2025) presenteert een selectie van vroege en recente orkestwerken van Rozalie Hirs, en biedt zo een kennismaking met haar compositorische stem in wording. Hirs’ creatieve proces begint met luisteren — niet alleen naar de wereld om ons heen, maar ook naar de reacties van de eigen oren. Waarom schittert het ene akkoord, terwijl een ander inert lijkt? Deze vragen leiden tot een onderzoek dat zich richt op de fysica van klank: hoe frequenties op elkaar inwerken of botsen, hoe boventonen elkaar versterken en resoneren, en hoe harmonische relaties onze beleving van tijd mede vormgeven.

Hirs’ harmonische materiaal is afgeleid van spectrale analyse uitmondend in spectrale modellen die op het gehoor op hun beurt worden geboetseerd tot klanksculpturen. Uit deze nieuwe harmonische relaties ontstaat haar muzikale taal: boventonen, frequentie- en ringmodulatie, spectrale combinaties. Ze ontwikkelt die tot verfijnde klankvelden waarin klankkleur harmonie wordt, versiering onlosmakelijk met structuur is verbonden, en muzikale gebaren zich ontvouwen en transformeren. Hirs’ orkestrale texturen resoneren en evolueren, waarbij de klank zelf het narratief stuurt.

In de vroege werken op dit album (roseherte en arbre généalogique) vervlechten microtonale frequentierelaties de akoestische instrumenten met elektronische klanken. De latere, puur akoestische werken (avatar en bron) benaderen die harmonieën tot halve tonen in de partituur, waardoor de uitvoerenden tijdens repetitie en uitvoering direct op intuïtieve wijze de resonantie en intonatie verfijnen.

Hirs’ muziek bevindt zich in een overgangsgebied tussen het natuurlijke en het denkbeeldige. Geïnspireerd door mythe, poëzie en visuele beelden echoën haar structuren natuurlijke processen — cycli, golven, het spel van licht en schaduw. In haar werken onderzoekt ze hoe klank ontstaat, resoneert en vervaagt, en zo uiting is van een voortdurend verschijnen en verdwijnen.

roseherte (2008)
Roseherte (“Rosedeer” of “Rosehart”) ontleent zijn Middelnederlandse titel aan een mythisch wezen bedacht door componist-dichter Rozalie Hirs, dat huist diep in het menselijke hart. De naam speelt met mythe, etymologie en identiteit: het Middelnederlandse rose verwijst evenals de voornaam van de componist naar de roos, terwijl het Middelnederlandse herte (Middelengels: hert; Engels: hart) zowel hart als hert betekent, en zo resoneert met de achternaam van Hirs (afgeleid van het Duitse Hirsch, “hert”).

In dit orkestrale gedicht ontwaakt de rosehart voor een reis door regen en zonlicht, onder regenbogen en zwevende zeppelins, zingend over wolken en tijd, begeleid door het gezoem van hoogspanningskabels. Het muzikale materiaal is opgebouwd uit paren van dominant-septiemakkoorden waarvan de grondtonen een reine kwint uit elkaar liggen. Door ringmodulatie binnen de tweelingparen wordt elk akkoord in het licht van zijn broer of zus gehoord, wat prismatische klankkleuren oplevert die “in elkaars licht” glinsteren. Getransponeerd roepen deze harmonieën overlappende harmonische reeksen op.

Elke frequentie werd berekend en vervolgens afgerond voor notatie in de orkestpartituur. Met de absolute frequenties synthetiseerde Hirs daarnaast 230 elektronische klanken, gerealiseerd in Csound. Tijdens de uitvoering activeert een muzikant ze live via stereoluidsprekers op het podium. De elektronische klanken vormen samen een auditieve aura rond het 90-koppige orkest — soms onlosmakelijk met het orkest versmolten, soms het oor van de luisteraar openend naar nieuwe perspectieven.

Bij de première werd roseherte geprezen om zijn levendige, ademende klankwereld. Thea Derks (Radio 4) roemde het “betoverend klankkleurenspel, waarin het orkest tot één ademend en pulserend geheel werd omgevormd, waarin als in een discobal terugkerende motieven telkens anders belicht werden.” Jochem Valkenburg (NRC) beschreef “een geraffineerd klankkleurenspel met daarna een opvallende passage waarin zich rond een meer melodieuze kern geluidswervelingen uitbreiden als kringen op het water.” Frits van der Waa (Volkskrant) wees op de “subtiele elektronische mengklanken het geluid van het Radio Filharmonisch Orkest een bekoorlijk science-fiction-accent geven.” Roseherte werd genomineerd voor de prestigieuze Toonzettersprijs als een van de tien beste nieuwe werken van 2008.

arbre généalogique (2011)
Drie jaar na roseherte componeerde Rozalie Hirs arbre généalogique (“stamboom”), waarmee zij haar verkenning van harmonie en klankkleur voortzet door de lens van poëzie en de menselijke stem. Vanuit haar dubbele achtergrond als dichter en zangeres integreert Hirs de stem op natuurlijke, organische wijze in haar compositorische praktijk. Het werk, voor lyrische sopraan en groot ensemble, zet haar eigen gedicht ‘Stamboom’ uit de bundel Geluksbrenger (2008) op muziek. De tekst volgt de afstamming van een mens uit zijn of haar voorouders via stromen van herinnering en taal. Voor deze toonzetting gebruikte Hirs de Franse vertaling van Henri Deluy, waarvan de speelse samenstellingen (zoals mèremèrepèremère) een vocale lijn van archaïsche, rituele aard inspireerden.

In de jaren tachtig en negentig verkende Hirs haar sopraanstem uitgebreid, wat de vocale schrijfwijze van haar vroege werken in zowel indiepop (“new wave”) als hedendaagse klassieke muziek direct beïnvloed heeft. Latere vocale composities — In LA (2003), Pulsars (2007) en Bridge of Babel (2009) — draaiden om de spreekstem en zijn intrinsieke spraakmelodie en onderzochten zo de grens tussen muziek en poëzie. In article 5 [delphin, gekrümmte zeit] (2008) paste ze spectrale technieken toe op de gezongen melodie.

In arbre généalogique staat de gezongen melodie opnieuw centraal. De sopraan- en de baspartij zijn intuïtief gecomponeerd en relatief eenvoudig gehouden; op basis van hun steeds verschuivende intervallische relatie berekende de componist nieuwe harmonieën door frequentiemodulatie, die de muziek voortstuwen. De sopraan ontvouwt zich langzaam ademend terwijl het ensemble in kleur en dichtheid verandert, zowel tijdens de zang als in korte instrumentale verkenningen van eerder gehoorde muzikale motieven. Lange spanningsbogen scheppen een meditatieve klankwereld waarin de generatiesymboliek van de tekst resoneert. Het resultaat is tegelijk intiem en architectonisch. Net als in roseherte vormen elektronische klanken een integraal onderdeel van de compositie: dezelfde berekende frequenties die de microtonale akkoorden schragen, genereren ook de elektronische klanken in Csound, die het ensemble subtiel kleuren en omsluiten. Samen met de sopraan en het ensemble vormen ze een levend weefsel — een klankstamboom van stem, ensemble en elektronica.

Arbre généalogique

mère femme fatale tirée hors de la boue père mauvaise herbe pousse
partout apporte l’esprit de mèremère papillonnant bon pour un perpétuel
mèrepère en jaguar bleue petits oeufs de pâques sucrées féeries mèrefrère
à quatre ans en pyjama avec le bac sure le IJ mèremèremère jeune morte
mèremèrepère baryton à femmes et à boire décadence mèremèrepèremère
comblait le creux dans une chaussette 100 florins épargnés rêve aux pieds
du lits mèrepèresoeur rejetée pour folle décrépite esclave du ménage
née le 19 octobre 1919 mèrepèresoeur prétendu mèremère pèremère
pensée liens entre tous les tractatus pèrepère qui pour des cigares
et un verre écrit les lettres du quartier pèremère célibataire sans moyens
pèremèrepère dans la chair et dans le sang rejeté hors du nom de la source
la fortune de son pèremèrepèrepère premier fabricant de peinture
des pays-bas à haarlem joué aux courses noyé son 19° anniversaire
pèrepèremère à eu 15 enfants don’t le plus jeune pèrepère l’arbre de vie
arrive là maintenant vie de musique des mots alors ?

(gedicht: Rozalie Hirs, Franse vertaling: Henri Deluy)

avatar (2022)
Avatar, gecomponeerd als een ode aan de Franse componiste Louise Farrenc, is een teder eendelig werk, voorgesteld alsof Farrencs geest langszweeft. Het stuk is geschreven als eerbetoon aan deze geliefde en bewonderde collega — een van de weinige erkende vrouwelijke componisten van haar tijd, die veel ontberingen kende. Het ontstond uit een fragment van een van haar symfonieën. Een klassieke akkoordprogressie, kenmerkend voor haar tijd, vormt het zaad voor een nieuwe harmonische wereld.

Weer Hirs past ringmodulatie toe — een techniek afkomstig uit de elektronische muziek — op het bronmateriaal, waardoor de klassieke harmonieën worden gebroken in onverwachte kleuren. De modulaties leveren nieuw toonmateriaal en uitgebreide progressies op die tegelijk natuurlijk en buitenaards klinken, met zowel mogelijke akoestische als elektronisch associaties. Hoewel het stuk in microtonen had kunnen worden genoteerd, koos Hirs voor conventionele halve tonen, zodat het orkest direct en intuïtief kan reageren. Ze vraagt de musici om op resonantie te stemmen, met zachte dynamiek, zodat subtiele kleur- en intonatieverschuivingen hoorbaar worden. De orkestratie blijft doorschijnend, met nadruk op interne menging en resonantie. Harmonieën glanzen, zweven en lossen op, en de grens tussen verleden en heden vervaagt.

bron (2023)
Met bron (“bron” of “oorsprong”) keert Hirs — in haar eigen woorden — “terug naar de bron van mijn componeren: de liefde voor klank.” Het stuk ontvouwt zich als een ononderbroken keten van zwellende en wegstervende klanken, een ademend ritme dat aan getijden en golven doet denken. Blaasinstrumenten leiden vaak, hun timbres groeien, terwijl de strijkers erdoorheen golven als de branding, dan weer oplossen in stilte, waarna de cyclus zich herhaalt. Recensent Joep Stapel (NRC) beschreef het oppervlak van deze “akoestische branding” als “iriserend mooi”, met kleuren die verschuiven in fijn geweven texturen. Binnen het overkoepelende ritme van hypnotische herhaling ontvouwt zich een voortdurende detaillering: dichte harmonische wolken, heldere accenten van de buisklokken, een diepe resonantie van de pauken. Halverwege markeren dalende glissando’s van de strijkers het einde van de eerste helft; de tweede helft brengt scherpere contrasten en meer gedefinieerde crescendo’s, eindigend in stijgende glissando’s die uitmonden in een stralend slotakkoord.

Zoals in avatar vormt ringmodulatie de basis van het harmonische ontwerp, en worden frequenties benaderd en genoteerd in halve tonen. De nadruk ligt op de resonantie binnen het akoestische orkest. Door klassieke tonale modulatietechiek te gebruiken naast de ringmodulatie om onverwachte akkoordprogressies te genereren, verkent bron nieuw terrein waar spectrale technieken en uitgebreide tonale harmonie samenvloeien. Het markeert een belangrijk moment in Hirs’ compositorische ontwikkeling. Voor Hirs begint — en eindigt — muziek met waarneming. Ze vraagt: waarom is iets mooi? Waarom raakt de ene klank ons meer dan de andere? Zulke vragen leiden haar terug naar de fysica van klank: hoe tonen samengaan, welke frequenties ze bevatten, hoe ze elkaar versterken. Haar achtergrond in de chemische technologie scherpt die onderzoekende houding, maar haar oor blijft altijd leidend. In de hang naar eenvoud — die ze deelt met haar mentoren Louis Andriessen en Tristan Murail — worden haar materialen “uitgebeend, gereduceerd tot het wezenlijke,” waarbij versiering ook altijd een structurele rol speelt.

biografieën

Susan Narucki
De Amerikaanse sopraan Susan Narucki staat bekend om haar stralende stem en haar grote toewijding aan hedendaagse muziek. Ze zong hoofdrollen in baanbrekende werken als Writing to Vermeer van Andriessen en Greenaway, Rêves d’un Marco Polo van Vivier en What Next? van Carter bij De Nationale Opera. Narucki werkte samen met onder meer het Cleveland Orchestra, Los Angeles Philharmonic en De Nederlandse Opera, en was regelmatig te horen in Carnegie Hall. Haar opnames omvatten Star-Child van George Crumb (Grammy Award, 2000) en The Edge of Silence: Vocal Music of Kurtág (Grammy-nominatie, 2020). Ze ontving de Chancellor’s Associates Faculty Excellence Award van UC San Diego (2014) en is daar Distinguished Professor of Music.

Elena Schwarz
De Zwitsers-Australische dirigente Elena Schwarz wordt geprezen om haar heldere muzikale visie en haar energieke aanpak binnen zowel klassiek als hedendaags repertoire. Ze dirigeerde orkesten als het Philharmonia Orchestra, BBC Philharmonic, WDR Sinfonieorchester, Royal Liverpool Philharmonic en Melbourne Symphony, en leidde opera’s van Janáčeks Káťa Kabanová (Opéra de Lyon) tot Saariaho’s Innocence (De Nationale Opera, 2023). Schwarz is een gepassioneerd pleitbezorger van nieuwe muziek: ze bracht premières van werken van Peter Eötvös en Georges Aperghis en werkt regelmatig met ensembles als Ensemble Intercontemporain, MusikFabrik en Klangforum Wien, waar ze sinds 2024 Resident Conductor is. Ze won de Princess Astrid Competition (2014) en was eerder Associate Conductor van het Tasmanian Symphony Orchestra en Dudamel Fellow bij het Los Angeles Philharmonic.

Micha Hamel
Componist, dirigent, dichter en romanschrijver Micha Hamel is een van de meest veelzijdige kunstenaars van Nederland. Hij studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en componeerde voor onder meer Het Nationale Ballet, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Residentie Orkest. Zijn veelgeprezen muziektheaterwerken Snow White (2008) en Caruso a Cuba (2019) werden enthousiast onthaald, en in 2012 was hij “Composer in Focus” van het Holland Festival. Hamel heeft als dirigent een brede praktijk opgebouwd, stond aan het hoofd van de Nederlandse Muziekdagen (2008–09) en richt zich de laatste jaren op klimaatgerelateerde projecten zoals Het Zwarte Raam (2021) en Earth Workers Requiem / Jubilate (2024).

Pierre-André Valade
De Franse dirigent Pierre-André Valade is internationaal geroemd om zijn interpretaties van 20e- en 21e-eeuwse muziek. Hij was medeoprichter van Ensemble Court-Circuit in Parijs, leidde later Athelas Sinfonietta Copenhagen en is sinds 2014 Conductor-in-Residence bij het Meitar Ensemble in Tel Aviv. Als voorvechter van spectrale en avant-gardistische muziek werkte hij nauw samen met componisten als Grisey, Murail, Lachenmann en Boulez, en brengt hij een frisse, moderne blik op het klassieke repertoire. Zijn opname van Griseys Les Espaces Acoustiques werd bekroond met de Diapason d’Or en de Grand Prix du Disque. Valade dirigeerde als gast onder meer het BBC Symphony Orchestra, de Tonhalle Zürich en het Orchestre de Paris, en trad op bij de BBC Proms en het Aldeburgh Festival. In 2001 werd hij benoemd tot Chevalier de l’Ordre des Arts et des Lettres.

Duncan Ward
De Britse dirigent Duncan Ward, sinds 2021 chef-dirigent van philharmonie zuidnederland (Philzuid), geldt als een van de meest energieke dirigenten van zijn generatie. Hij leidde orkesten als het London Symphony, Vienna Radio Symphony en Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, en maakte zijn debuut bij onder andere het Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin, het Osaka Philharmonic en het Orchestre Symphonique du Québec. Ook in de opera is hij actief, met producties als Mozarts Die Zauberflöte (Metropolitan Opera, 2022), Brittens Peter Grimes (Oper Köln) en Death in Venice (Staatsoper Stuttgart). Ward was de eerste Conducting Scholar van de Karajan Akademie van de Berliner Philharmoniker (2012–14) en is daarnaast een bekwaam componist: in 2005 werd hij uitgeroepen tot BBC Young Composer of the Year.

overige gegevens

opname en mastering
De mastering van het album was in handen van Micha de Kanter.
Opnames door NTR Radio 4 (1, 4), Guido Tichelman (2), Jacob Händel (3) in het Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam (1, 2), Muziekgebouw, Eindhoven (3), Concertgebouw, Amsterdam (4) op 8 november 2008 (1), 10 november 2011 (2), 5 november 2022 (3), en 16 december 2023 (4).

ondersteuning
Mogelijk gemaakt met steun van de Iris or Hazel Foundation, Amsterdam.

bijzondere dank
Met bijzondere dank aan Micha Hamel (1), Willem Hering (2), Jos Roeden (3), Makira Mual (4), and Kees Vlaardingerbroek (4) voor het mogelijk maken van deze opdrachtwerken
Met grote dank aan Casper Schipper voor assistentie met de klanksynthese.

ontwerp
Ontwerp door Jan Erik Fokke en Saskia van Dam.

opdrachten
De werken zijn gecomponeerd in opdracht van de Nederlandse Muziekdagen (1), ASKO|Schönberg (2), Philharmonie Zuidnederland (3), de NTR Zaterdagmatinee (4), en het Radio Filharmonisch Orkest (1, 4), met ondersteuning van het Fonds Podiumkunsten (1, 2) en Stichting Vrienden van de Matinee (4).

nagedachtenis
Ter nagedachtenis aan mijn vader.

muziekuitgever
Alle partituren van Rozalie Hirs worden uitgegeven door Deuss Music, Den Haag.
Het album Rosehart (2025) is uitgegeven door Iris or Hazel (IoH2).

poëzie-uitgevers
Het gedicht ‘Arbre généalogique’ door Rozalie Hirs is verschenen in het Franse literaire tijdschrift Action Poétique 198, Ivry-sur-Seine, France, 2009, de bloemlezing Poètes néerlandais de la modernité, Le temps des Cerises, Paris, France, 2011, en in Hirs’ meertalige dichtbundel gestammelte werke, kookbooks Verlag, Berlin, 2017. Het gedicht is het Frans vertaald door Henri Deluy. Het originele Nederlandstalige gedicht ‘Stamboom’ verscheen in Hirs vierde dichtbundel Geluksbrenger (Amsterdam: Uitgeverij Querido | Singel Uitgeverijen, 2008).

rechten
Alle rechten voorbehouden ©2008–2025 Rozalie Hirs, Deuss Music via BUMA en STEMRA. Alle rechten van de producent en de eigenaar van de opgenomen werken voorbehouden. Ongeautoriseerd kopiëren, uitlenen, verhuren, openbaar uitvoeren of uitzenden van deze opname is strikt verboden.